Achterbuurten en vuil in de negentiende eeuw

In de late negentiende eeuw begon een volksverhuizing die nu, na anderhalve eeuw, nog steeds doorgaat. Miljoenen mensen verruilden hun agrarische omgeving voor de stad. Het begon in West-Europa, het gebeurt nu in alle werelddelen. Verstedelijking en modern leven horen bij elkaar. Koninkrijk vol sloppen beschrijft waar de massale intocht in de steden van Nederland toe leidde: het ontstaan van overbevolkte achterbuurten, mensenpakhuizen en een enorme milieuvervuiling; groot gebrek aan schoon water, frisse lucht en goed voedsel. Grote concentraties zwaar vervuilde krotten waren te vinden in de Jordaan in Amsterdam, Wijk C in Utrecht en de Zandstraatbuurt in Rotterdam. In alle steden en grote dorpen waren steegjes waar gezinnen in een slecht verlicht, slecht verwarmd muf kamertje woonden. Rond 1900 telde Nederland 5 miljoen inwoners, waarvan meer dan een miljoen leefden in een situatie die overeenkomsten heeft met de slums in de huidige Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse grote steden. Auke van der Woud (1947) studeerde kunstgeschiedenis en archeologie en was ruim twintig jaar in Amsterdam en Groningen hoogleraar architectuur- en stedenbouwgeschiedenis.

– Auteurs: Auke van der Woud
– Paperback
– 440 pagina’s